Trots zijn op het woord ‘jochie’

By Utregkwis

Jan van Zanen maakt in 2018 bekend dat Jochie het ultieme Utregse woord is. Foto: Ton van den Berg

Rene van Maarsseveen – In een gesprek met drie vrienden komt de Uteregse Vollekstaol ter sprake. Een van de vrienden heeft het woordenboekje gekocht. Hij vertelt over een anekdote waarvoor hij er enkele woorden in opzocht. Al snel gaat het over de dakhaos, gladiool en natuurlijk over jochie.

Even later zijn boeken die zijn uitgegeven door bedrijven het onderwerp. Daarbij komt jochie weer ter sprake als dezelfde vriend opmerkt, ‘wist je dat er zelfs zo’n boek is met jochie in de titel?’.

Herman Silbernberg

Hij vertelt over Herman Silbernberg, geboren in Sittard in 1934. Als jonge Joodse jongen maakt hij de Tweede Wereldoorlog mee in Sittard. In 1969 herstart hij het familiebedrijf in woningtextiel, dat hij uitbouwt tot een groot interieurbedrijf. Op latere leeftijd gaat Herman tekenen.

Na zijn pensionering krijgt hij last van zijn oorlogsherinneringen. Zijn vrouw adviseert hem het van zich af te schrijven en zijn verhalen met tekeningen te illustreren. Dat wordt het boek ‘Jochie, je moet er trots op zijn’. Uitgegeven door het bedrijf dat hij ooit begon, Silvera International.

Jochie uit Limburg

‘Wat me verwonderd’, merkt de vriend op, ’is het woord jochie in de titel. Herman Silbernberg is geboren en overleden in Sittard. Zijn bedrijf startte hij in Laren. Dus waar is de taalconnectie met het Uteregse?’.

Zulke vragen stimuleren mij. Dus thuisgekomen kijk ik op internet eerst even naar de achtergrond van Herman Silbernberg. Daarna bestel ik het boek, ‘Jochie, je moet er trots op zijn’.

In de introductie vertelt Silbernberg dat zijn vrouw hem stimuleerde tot het boek. Ze zei, ‘Jochie, je moet het van je afschrijven’. Het was dus zijn vrouw die het zei. Ik zoek even verder op internet en ontdek dat ze is opgegroeid in Valkenburg en later naar Amsterdam werd gestuurd door haar moeder.

Jochie in boeken

Ik besluit nog eens verder te kijken naar Jochie in boeken. In het verre verleden vind ik slechts boeken van schrijvers uit de omgeving van Amsterdam. Het fraaiste voorbeeld komt uit het boek ‘Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst’ uit 1807 van Adriaan Loosjes:

… en nu trad Juffrouw Stroobach met eene diep dienaresse de kamer af en schreeuwde met een plat Utrechtsch accent: “Jochie! Mennechi! Kom eens boven” …

Ach, Uteregs is een spreektaal. Natuurlijk wordt het niet zomaar in boeken gebruikt, hooguit in directe rede. In die vorm komt het voor bij Frederik van Eeden, Herman Heijermans en andere schrijvers. Zo zouden ook Utrechtse schrijvers het kunnen gebruiken, maar die kom ik niet tegen in mijn snelle zoektocht.

Stripboeken

Als het vooral een spreektaal is, dan zou het ook in stripboeken voor kunnen komen. Het woord jochie in de spraakwolkjes. Daarvan vind ik er wel al snel enkele van recenter datum.

In ‘De Wurger’, in 1984 deel 3 in de serie Blue Bird komt jochie meerdere keren voor. Dat het Utrechts is wordt er niet bij verteld. En het woord lijkt, zoals in veel teksten, een overbodige toevoeging of hooguit een bekrachtiging. In plaats van ‘Jij houdt je stil’ wordt het dan ‘Jij jochie houdt je stil’.

In ‘Dodelijke spelletjes’, de Nederlandse uitgave van een stripboek van Jacques Tardi wordt het ongeveer op dezelfde manier gebruikt. Ik ben benieuwd hoe de tekst er in de huidige preutse tijd uit zou zien in een heruitgave. In 1994 staat in de spraakwolk, ‘Ik heb al zoveel piemels gezien, jochie’.

Woordenboek Vollekstaol

Ik pak het woordenboek ‘De Vollekstaol van de stad Uterech’ erbij. Even kijken wat Bernard Martens de Vries schrijft over het tot ultieme Utrechtse woord gekozen jochie. Hij schrijft dat jochie niet uitsluitend een woord is van de Stad Utrecht, maar kenmerkend voor het gewone taalgebruik.

Bij veel lemma’s in het woordenboek wordt jochie gebruikt als toevoeging. Een beetje zoals in de hierboven aangehaalde voorbeelden: geef da broad ‘s effetsjieš an, jochie. Maar ook in de uitspraak: ze was blind op ’t jochie.

Het lemma jochie zelf is uitgebreid. De betekenis van het woord wordt gemeld: jongen, jongetje (over een onhandige of domoor) en een man die succes heeft geboekt. Daarnaast heel veel voorbeelden van het gebruik, zoals Martens van Vliet het hoorde tijdens zijn wandelingen door Utrecht.

Rijk de Gooyer

Als ik terugdenk aan de teksten die ik voorbij zag komen, moet ik vooral aan Rijk de Gooyer denken. Zou hij, met de commercial voor het smeerkaasje Paturain, de populariteit voor het woord (opnieuw) hebben aangezwengeld. Het ‘Goed gedaan, jochie’ werd er door continue herhaling immers ingeramd.

Het gebruiken van de drie woordjes uit de commercial was daarna opmerkelijk lang populair. Tot ver na het beëindigen van de reclamecampagne. Populair zoals ook een van mijn vrienden enige tijd, als hij werd gebeld opnam met ‘Hé Pik’ (waarschijnlijk alleen als hij het nummer herkende).

Pik staat overigens als spel in het woordenboek vermeld, niet als uitroep of als een andere vorm van jochie. Het staat wel in enige vorm genoemd, zoals bijvoorbeeld parrekpik (parkwachter), pikke (een scherp gepunte tol …) en pikkepoelie (kippenvoer, ingewanden van kip, hond …).

Jochie, je moet er trots op zijn

En als ik dan allang weer met ander dingen bezig ben, kom ik een oud klasgenoot tegen op de Oudegracht. Het woordenboek over Vollekstaol komt ter sprake. Hij vertelt dat hij in het verleden problemen heeft gehad met zijn Uteregse tongval. Er moest een logopedist bijkomen, want het Uteregs werd in die tijd als onbeschaafd beschouwd.

Hij is er echter nooit helemaal vanaf gekomen. En als hij jammert over de kansen die hij daardoor in zijn begintijd heeft gemist, kan ik niet anders dan het gesprek beëindigen met, ‘Jochie, je moet er trots op zijn’.

Artikel overgenomen met toestemming van: Nieuws030.nl

Facebooktwitter

Plaats een reactie